Erfgoeddag 2018, de laatste editie?

Kiest de Vlaamse regering voor de erfgoedsector?
Zondag 22 april vond de feestdag in erfgoedland plaats. De Erfgoeddag is het jaarlijkse rendez-vous met alle culturele erfgoedactoren in Vlaanderen. Of we nu professioneel of vrijwillig rond erfgoed actief zijn, of we nu een groot museum of een lokale heemkundige kring zijn, allemaal zetten we onze deuren wagenwijd open voor het publiek. En dat dit publiek ons erfgoed smaakt, blijkt uit de jaarlijkse deelname van tweehonderdduizend Vlamingen aan onze feestdag. Erfgoeddag is sinds jaar en dag een succes en is duidelijk een geliefde voltreffer bij het publiek. Hulde dan ook aan het steunpunt voor cultureel erfgoed, FARO, dat jaarlijks alles in goede banen leidt.


Thema voor de Erfgoeddag dit jaar is ‘Kiezen voor erfgoed’. Met de lokale en later ook Vlaamse verkiezingen in het vooruitzicht is dit thema misschien minder neutraal dan het op het eerste zicht lijkt. Het publiek, de vrijwilligers, de professionelen en de lokale besturen, talloze verenigingen … die bewijzen dag in dag uit dat ze voor het erfgoed gekozen hebben en geven niet alleen op Erfgoeddag het beste van zichzelf. Maar doet de Vlaamse regering dat ook?

De Vlaamse culturele erfgoedsector, zijnde de musea, de archieven, de erfgoedbibliotheken, expertisecentra, cultureel erfgoedcellen, heemkundige kringen en andere organisaties, die beleven immers spannende tijden. Er loopt momenteel namelijk een nieuwe subsidiëringsronde, en de verwachtingen zijn niet min. En dan komt er binnen twee jaar ook nog een ronde voor de erfgoedcellen en de regionale rollen.

Onder minister van cultuur Bert Anciaux werd met een geïntegreerd decreet voor de hele sector niet alleen erkend dat de sector volwassen was, er werd ook een groei voor de sector in het vooruitzicht gesteld. De stelling, dat de culturele erfgoedsector het financiële kneusje van de cultuursector is, is sindsdien niet meer weggeweest. Ook de daaropvolgende ministers voor cultuur, Joke Schauvliege en Sven Gatz, stelden een inhaalbeweging voorop. Aangezien die onder minister Schauvliege door de economische crisis niet kon worden waargemaakt, en nu minister Gatz luider dan ooit verkondigt dat het moment van de inhaalbeweging eraan komt, zijn de verwachtingen in de sector hoog gespannen.

En toch zijn de signalen, alweer, niet goed.

Minister Gatz stelde recentelijk een groei in het vooruitzicht voor de hele sector, en voor de musea in het bijzonder. In de pers maakte hij melding van 5 miljoen euro. Terwijl de erfgoedsector, realistisch onderbouwd en beschreven in tientallen beleidsplannen, 22 miljoen als noodzakelijke extra injectie heeft vooropgesteld.

Dit bedrag betekent een verdubbeling van de huidige Vlaamse financiering. Is dat onrealistisch? Neen. De Vlaamse museumsector krijgt slechts 10 tot 15 procent van haar werkingsmiddelen van deze Vlaamse overheid, de overige middelen worden allemaal al via andere kanalen ingebracht. En, kwestie van perspectief: in Nederland maakte recent nog de minister voor cultuur bekend dat ze 20 miljoen euro extra zou investeren in de Rijksmusea, instellingen die nu reeds bekend staan als stevig onderbouwde huizen. En dan hebben we het alleen nog maar over de musea in Vlaanderen… Hoe staan verschillende andere soorten erfgoedorganisaties er intussen voor?

De uitdagingen in Vlaanderen zijn dan ook groot. De Vlaamse regering verwacht van de hele sector een inhaalbeweging op het vlak van digitalisering, terwijl er onvoldoende geschoold personeel, noch financiële slagkracht aanwezig is om dit te realiseren. De overheid verzoekt ons om grote tentoonstellingen, toegang tot bedreigde bronnen en vernieuwende projecten, terwijl we kampen met registratieachterstanden en onze wetenschappelijke equipes onvoldoende zijn uitgebouwd om dergelijke projecten te schragen. Met deze schaarse middelen wordt internationale benchmarking een onmogelijke opdracht. En dan hebben we het nog niet eens gehad over depotproblemen en stevige infrastructurele uitdagingen. De sector wil inzetten op de verscheidenheid in onze samenleving. Ook is er nog niks gezegd over de vragen die de Vlaamse regering zelf om de haverklap op ons afvuurt. En met het nieuwe decreet wordt ook nog een andere -nieuwe- opdracht toegevoegd aan de sector: om voortaan volop werk te maken van immaterieel erfgoed, de erfgoedzorg rond de ontelbare levende tradities.

We staan te popelen. Maar waar te beginnen en te kiezen?

Het wordt hoog tijd dat de Vlaamse regering eindelijk de beloftes van alle recente ministers voor cultuur invult. Geen 5 miljoen groei, maar 22 miljoen groei. Het wordt tijd dat de Vlaamse regering deze claim serieus neemt. Anders blijven haar eigen baselines, ‘verbeelding werkt’ of ‘state of the art’ loze woorden.

De Vlaamse cultureel erfgoedsector is gekend als een brave sector, maar ook braafheid heeft zijn grenzen. Misschien moeten we zolang de Vlaamse regering haar eigen cultureel erfgoed niet waardeert geen Erfgoeddag meer organiseren, want er valt voorlopig niet veel te vieren. Zoals het er nu naar uitziet wordt Erfgoeddag 2018 dan een laatste in een succesvolle rij. Jammer, maar helaas.