Een dagje Bruegel – verslag studiedag en werkbezoek Bokrijk

Op 16 oktober 2019 organiseerden ICOM Belgium Flanders en het Openluchtmuseum Bokrijk een studiedag en bijhorend werkbezoek aan "De wereld van Bruegel".


Na een korte verwelkoming van Sergio Servellón (voorzitter ICOM Belgium Flanders), nam Liesbeth Kees (directeur Domein Bokrijk) het woord. Zij lichtte de geschiedenis van het Bruegelproject in Bokrijk toe, waar reeds vele jaren aan gewerkt is. De expo heeft zijn verwachtingen als hefboomproject zeker ingevuld. het stoffige imago van het openluchtmuseum werd doorbroken. Het erfgoed stond samen met de diverse bezoekersprofielen centraal, met een zeer gelaagde expo, verspreid over 55 hectaren, tot gevolg. Elf haltes zorgden voor een fysieke en historische link tussen Bokrijk en Bruegel. Een vlonderpad door het bos en een nieuw startpunt zetten de bezoekers letterlijk op het juiste pas. Het sluitstuk in schuur Zuienkerke vormt niet enkel het eindpunt van het Bruegelparcours, maar eveneens een spiegel naar vandaag, tevens de ondertitel van de expo. Dit alles werd ontsloten via een interactieve game, het zomertheater o.l.v. Laika en het plein der zinnen.

Het grootste deel van het voormiddagprogramma ging naar het panelgesprek met diverse actoren die de expo mee hebben vorm gegeven. Hilde Schoefs (conservator Openluchtmuseum Bokrijk) leidde het gesprek in goede banen.

Terenja van Dijk (projectleider "De wereld van Bruegel") en Katrien Lichtert (inhoudelijk coördinator "De wereld van Bruegel") gingen dieper in op de genese van deze bijzondere expo als een samenkomen van inhoud, ervaren, spel en nog veel meer. Vier krijtlijnen stonden daarbij centraal: interactie, humor, verhalen en de kracht van het beeld. Het eindproduct was het resultaat van een groot team, waarbij ook een kunstenaar, game-ontwikkelaar en theatergroep werden betrokken. Dit alles werd wetenschappelijk ondersteund door een team, waarbij de samenwerking met het Kunsthistorisches Museum van Wenen onmisbaar was.

Kunstenaar Frits Jeuris pikte in op het stoffige imago van Bokrijk, waar hij naar eigen zeggen geen probleem mee had. De kunstenaar is al fan van het openluchtmuseum sinds hij er als 6-jarige voor het eerst een bezoek aan bracht. Initieel was voorzien dat hij twee weken zou filmen voor zijn Bruegelproject, maar uiteindelijk werkte hij twee jaar samen met het team. Het eindresultaat is een compilatie van Bruegels reeks van de maanden, waarbij Jeuris het verloren paneel op een moderne manier herbedacht. De inspiratie kwam van Bokrijk zelf, dat net zoals de schilderijen van Bruegel, een samengesteld landschap is, met allerlei facetten die van elders geplukt zijn.

Thomas Laureyssens (Toyfoo) werd gevraagd om een game te ontwikkelen, om bezoekers langs te parcours te begeleiden en zowel kinderen als volwassenen ten volle Bruegel te laten ervaren. Geen kleine uitdaging in een tijd waarin kinderen Fortnite en flitsende games gewoon zijn. Er werd gekozen voor augmented reality (AR) via een polsbandje, dat interageert met RFID-sensoren op het parcours. Op die manier was er geen smartphone nodig, en kon iedereen deelnemen. Ook hier ging een proces van twee jaar aan vooraf, waarbij ook heel wat studenten betrokken werden. Dit resulteerde in het concept van (de nar in) de spiegel, of om het naar onze tijd te brengen, het concept van selfies. Via virtuele spiegels kijken we doorheen het spel naar onszelf, waarbij de AR voor een extra laag zorgde.

Een laatste unieke partner in het hele Bruegelproject was theatergroep Laika, theater der zinnen. Zij gingen aan de slag met de strijd tussen carnaval en vastenavond en grepen terug naar het oertheater in openlucht uit de Middeleeuwen. Het resultaat was een verfrissende samenwerking tussen professionele acteurs en muzikanten, en medewerkers van de living history afdeling van Bokrijk. Hieruit leerde men ook dat een theatergezelschap en een openluchtmuseum elk hun eigenheid hebben, en dat zorgde soms wel voor discussies. Zo heeft Bokrijk de traditie dat normaal gezien alle activiteiten altijd doorgaan, in weer en wind. Voor het theatergezelschap bleek dat op bepaalde momenten onmogelijk.

Het voormiddaggedeelte werd afgesloten door Alexandra van Dongen (Museum Boijmans Van Beuningen) die dieper inging op de diverse realia in het werk van Pieter Bruegel de Oude en linken maakte met bewaarde voorwerpen uit de collecties van musea. Een deel van deze objecten waren ook opgesteld in schuur Zuienkerke, het eindpunt van de expo. Het wetenschappelijk onderzoek vormde een belangrijk deel van de genese van de expo en resulteerde ook in een publicatie "Voorwerp van gesprek - De wereld van Bruegel".

Na de lunch kregen de deelnemers de kans om het Bruegelparcours te verkennen. De weergoden waren ons gunstig gestemd, na een onstuimige voormiddag bleef het tijdens het bezoek aan het openluchtmuseum fris maar droog. Op het eindpunt zorgde de replica van Bruegels schilderij voor een leuk fotomoment met de ganse groep.

Terug in het kasteel was het tijd voor een korte koffiebreak en een laatste beschouwing over dit Bruegelproject, door Bert Hatse (Toerisme Vlaanderen). Hij prees de expo waarbij heden, verleden en toekomst op een unieke manier samenkwamen. Toerisme Vlaanderen investeerde 26 miljoen in het Vlaamse Meesters project en maakte daarbij de overgang van klassieke subsidies naar partnerships. De tevredenheidscijfers voor de voorbije projecten scoren alvast hoog en de bekendheid van de Vlaamse meesters bij het ruime publiek is gestegen. Uiteraard zijn er ook heel wat lessen geleerd en blijven er nog werkpunten over. Hatse sloot af met de oproep om te geloven in de positieve kracht van toerisme, zonder daarbij blind te zijn voor de uitdagingen en risico's.